Moraal, burgerschap, identiteit en de rol van cultuur in het Europese eenwordingsproces

In het advies Agenda cultuurbeleid & culturele infrastructuur van de Raad voor Cultuur uit 2007, waarin de contouren voor een nieuw kunstbeleid voor Nederland geschetst worden, wordt de Nederlandse kunstwereld in de inleiding opgeroepen voortaan iets verder te kijken dan het enkele voortbestaan van de eigen instelling. Kennelijk is de Raad tot de slotsom gekomen dat cultuur en cultuuruitingen méér kunnen betekenen voor een samenleving dan het voorzien in een behoefte aan kunstgenot.

De Raad pleit er voor om meer aandacht te besteden aan de rol van het individu, de relatie tussen heden, verleden en toekomst, betekenisgeving en verdieping en roept de Nederlandse kunstwereld op interdisciplinair, sector-overschrijdend en internationaal te opereren.Dat zal in de ogen van de Raad moeten leiden tot meer allianties met andere partners in de samenleving: onderwijs, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Naar hedendaagse termen uit het burgerschapsdebat stelt de Raad vrij vertaald: de culturele wereld maakt deel uit van de civil society en dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee.

Lees het hele artikel van Steve Austen op de website van MM Nieuws.
Of download de PDF.

Book Launch invitation “Reframing Europe’s Future”

Onlangs verscheen bij Routledge New York, London de bundel: Reframing Europe’s Future, waarin opgenomen mijn artikel: Freedom,citizenship, culture and the changing role of the intellectual class: a European perspective, mocht u in de buurt zijn ga dan even naar de presentatie in het Europees parlement, waar ook mijn goede vriend en medeauteur Jaap Hoeksma acte de presence zal geven.

coverreframingeurope

U kunt het boek natuurlijk ook bestellen via uitgeverij Routledge of Amazon.

Dinsdag 3 februari 2015
Aanvang: 18.00 uur
Waar: Europees parlement, kamer ASP 1E – E

Column: Wat is waarde?

Wat is waardecreatie? Kun je dat eten of in je haar smeren? Het antwoord op deze vraag is nog niet zo eenvoudig. Sinds de teloorgang van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden eind achttiende eeuw, waarmee de eenheidsstaat zijn definitieve entree maakte in de Lage Landen, is het debat over de waarde van kunst en cultuur in volle hevigheid losgebarsten en nog steeds niet verstomd. Integendeel.

Het standaardwerk van Roel Pots, Cultuur, koningen en democraten laat op gedegen wijze zien dat het tot stand komen van het huidige Nederland begon met een zeer ambitieus plan voor waardecreatie. Die zette in met de komst van de Fransen in 1795. Vanaf de Bataafs-Franse tijd is waardecreatie vooral een staatszaak. Om een beschaafde natie van burgers te dienen zullen opvoeding, kunsten en wetenschappen krachtig bevorderd moeten worden. Zónder deze waarden is een democratie immers ten dode opgeschreven. Kennelijk is in de loop van meer dan twee eeuwen het Hollandse Verlichtingsideaal in de hoofden van de boven ons gestelden ineen gekrompen tot een zeer parochiale variant van het begrip vooruitgang. Dit woord beschouw ik maar als een helderder begrip dan het ambigue ’waardencreatie’. Vooruitgang beleef je kennelijk alleen als het ter plekke te consumeren is. Vandaar de shift in paradigma’s. Van kunst en cultuur naar vrijetijdsindustrie, van gedegen onderzoek in de geestenswetenschappen naar mindfullnes, klankschalen en andere creatieve ongein. Zelf je levensgeschiedenis uitbeelden is het hoogtepunt van artistieksociale waardencreatie.

(…) Download de hele column van Steve Austen hier: MMNieuws_nr. 4_2014_Watiswaarde

Altijd wat anders, altijd hetzelfde

Nu de directie van de Efteling besloten heeft voortaan gekostumeerde bezoekers te weigeren, kun je je afvragen of hiermee niet het langzame maar onmiskenbaar naderende einde van de Efteling en soortgelijke vormen van cultuuroverdracht is ingezet. Het assertieve, van eigen kwaliteit overtuigde individu geeft al enige decennia de toon aan in de studies van marketeers en de werkplaatsen van de ‘culturele industrie’. Niet voor niets vormt vanaf het ontstaan van deze en andere modieuze omschrijvingen van ordinaire geldklopperij de wereld van de publiciteits-, advertentie- en reclameburo’s de grootste leverancier van producten en projecten in de culturele bedrijfstak.

Logisch als het begrip cultuur zodanig gedemocratiseerd is dat alles gedaan c.q. nagelaten moet worden om te suggereren dat er in de kunsten, die voor het gemak ook maar tot de culturele industrie gerekend worden, een hierarchy of values zou bestaan. Heel verstandig, de potentiële consument van kunst- en cultuur mag natuurlijk niet afgeschrikt worden. Sterker nog, hij of zij moet het idee hebben er over te kunnen meepraten omdat tenslotte iedereen er verstand van heeft. Als ik Hans Onno van den Berg moet geloven, en dat doe ik want hij heeft er voor doorgeleerd, is de cultuurparticipatie van de Nederlandse burger tot ongekende hoogte gestegen. In zijn commentaar (NRC Handelsblad, 11 september 2014) op de pogingen van Melle Daamen (NRC Handelsblad, 21 en 28 augustus 2014) om zoiets als een cultuurdebat aan te zwengelen via twee volle pagina’s in het NRC, legt Hans Onno onnadrukkelijk de vinger op de zere plek. Als er al een cultuurdebat gevoerd moet worden dan zal dat, rekening houdend met de inmiddels gegroeide praktijk, over veel meer moeten gaan dan de door Daamen genoemde kunstenaars en kunstinstellingen die op een of andere manier afhankelijk zijn van de subsidie-industrie. Daamens’ eigen instelling, de Amsterdamse Stadsschouwburg, maakt daar deel van uit.

Het siert Daamen dat hij aandacht vraagt voor de factoren die het directe voortbestaan van de aanbieders en afnemers in het circuit van erkende musea, schouwburgen, concertzalen, gezelschappen en festivals bedreigen. De omgeving van deze instellingen verandert zo snel dat verdienmodellen van gisteren morgen passé zijn. Hoewel heel even aangeduid, focust Daamen niet voluit op de bepalende factor in dit veranderingsproces, namelijk het publiek. Te lang is ‘Het Publiek’ gezien als een volume-coëfficiënt, uitdrukkelijk niet als een toevallige verzameling individuen met ieder voor zich eigen appreciaties en waardenoriëntaties. De gerichtheid op de politiek en de overheid als voorwaardenschepper voor deze bedrijfstak die uit Daamens pleidooi blijkt, zal, hoewel begrijpelijk, niets opleveren indien niet ingezien wordt dat het draagvlak van iedere kunstinstelling ligt bij het publiek. Het mobiliseren daarvan vereist kennis van iedere bezoeker persoonlijk; zijn voorkeuren, specifieke verwachtingen, werkkring etcetera.

Download hieronder de hele column van Steve Austen in MM nieuws 2014 #2.

Altijd wat anders, altijd hetzelfde, MM Nieuws, 2014

Alle content © 2023 door Steve Austen